Geluid

Windturbines produceren verschillende soorten geluiden afkomstig van de verschillende onderdelen van die windturbines. We willen hier verduidelijken wat de gevolgen zijn op de omgeving en waar de huidige normering faalt. Het is ook duidelijk waarom de omringende landen veel grotere afstanden hanteren dan de verouderde en afgekeurde Vlaamse reglementering.

Oordeel zelf

Het geluid van windturbines komt voor uit vier verschillende bronnen:  

  1. De gondel met de generator
  2. Het geluid dat ontstaat in het eerste kwadrant
  3. De wieken die door de lucht zoeven
  4. De wieken die een drukgolf veroorzaken telkens een wiek de mast passeert
  5. De trillingen van de volledige turbine ( hub, rotor, mast, blade pass, … )die zich via de fundering en de grond verspreiden

 

De huidige wetgeving heeft enkel aandacht voor het eerste punt ("de puntbron"). We gaan hier even dieper op in en leggen uit waarom de hinder in realiteit veel hoger ligt dan men nu verkondigt. Dit is ook bewezen bij metingen zoals bij de windturbines in Maldegem, …

Geluid afkomstig van de hub

Dit is eigenlijk het enige geluid dat in de normering op dit moment is meegenomen. De technologische evoluties hier hebben veel vooruitgang geboekt waardoor grotere molens niet meer geluid produceren dan hun kleinere broers. Echter zijn er wel grotere problemen met de huidige norm.

De norm gaat uit van turbines met een maximum hoogte van 60 meter (turbine links), waarbij de bron als een puntbron wordt beschouwd. De werkelijke grootte is echter 180m (turbine rechts). Bij de kleine molen is het effect van demping door omringende gebouwen en de ondergrond veel groter dan bij de grote turbines die er komen. Het maakt heel duidelijk waarom Europa de regelgeving in vraag stelt. Onbegrijpelijk dat Vlaanderen en de sector met dergelijke normen nog 3 jaar proberen/wensen verder te produceren.

Geluid afkomstig van de wieken

De toppen van de wieken bewegen met een snelheid van 250-300km/u. Deze maken een pulserend geluid zoals een wagen die aan die snelheid nadert en weer weggaat. Dit wordt als zeer hinderlijk ervaren. Nederlands onderzoek (RIVM) samen met de industrie kwam tot deze conclusie:

Hieruit blijkt wetenschappelijk dat geluidshinder door windturbines groter is dan industrie, verkeer, …

Dit wordt echter nergens meegenomen in de normering in Vlaanderen. De uitbaters blijven ook doof voor dit bewezen element.

Maar er is meer.

Het geluid kan dus niet als puntbron worden beschouwd. Een oppervlakte van bijna 15.000 vierkante meter of 2,5 voetbalvelden is geen punt. Het geluid zal zich veel verder verspreiden. Huizen die in het verlengde van de wieken liggen, liggen ook veel dichter bij de geluidsbron. Concreet voor stookte betekent dit:

Waar men uitgaat van de afstand tot de geluidsbron van 270 meter, is de werkelijkheid slechts 230 meter zonder enige vorm van demping. Dit is een verschil van 17%! Aangezien geluid sterker afneemt met de afstand is dit een enorm verschil qua hinder. De geluidsnormen zullen daar in werkelijkheid zeker overschreden worden. De overheersende windrichting is dan ook nog eens nadelig en zal de grootste hinder voor de omwonenden bezorgen.

De mast

Telkens een wiek de mast passeert zorgt dit voor een drukgolf/klap. Deze draagt ver maar wordt in de simulaties genegeerd.  Deze korte termijn variaties zorgen mede voor de grotere hinder die ervaren wordt bij eenzelfde gemiddelde geluidsniveau. Dit wordt niet meegenomen in de studies voor de vergunning.

De funderingen

De kracht van de wind op een windturbine is enorm. De verankering zorgt dat de windmolen blijft staan, maar trillingen die ontstaan door de beweging van de wieken, …. worden via de mast en de funderingen overgezet op de grond. Studies hebben aangetoond dat deze trillingen tot meer dan 2 km ver nog waarneembaar zijn. Voor de omgeving zijn dit trillingen die vaak opnieuw worden omgezet in geluid zoals trillende deuren,…. Dit wordt niet meegenomen in de studies voor de vergunning.

Ongeschikte meeteenheid (dB(A))

Onze huidige Vlarem wetgeving is gebaseerd op A-gewogen niveaus/ standaarden/ normen. Hierdoor worden de lage frequenties van het windturbine geluid ernstig verzwakt/geminimaliseerd tot een dusdanig niveau dat ze in het eindresultaat vrijwel totaal irrelevant worden, bijgevolg mist de meting in deze A modus volledig zijn doel: zijnde de burger te beschermen. Bovendien wordt het geluid buiten gehandhaafd terwijl wij ‘s nachts het geluid binnenshuis ervaren.

De A-weging (uitgedrukt in dB(A) is gebaseerd op de hypothese dat mensen lage frequenties minder sterk kunnen horen dan hogere frequenties, en dus representatief voor de meest voorkomende (industriële) geluiden, (het is alsof de overheid de inhoud van uw W- portefeuille komt tellen, en hierbij enkel biljetten vanaf 50 € in aanmerking neemt & waarbij grotere vermogens hun W-portefeuille in vele muntjes hebben geoptimaliseerd, het doel van telling wordt hierdoor ontweken en is niet vergelijkbaar).

Korte termijn variaties

Daarnaast houdt de wetgeving geen rekening met de korte termijn variaties in geluid die veroorzaakt wordt door windturbines. Voor reguliere industriële geluidsbronnen kan een wetgeving over tijdgemiddelden representatief zij voor de hinder die wordt ervaren om dergelijke geluidsbronnen (pompen, ventilatoren, ...) niet zoveel variëren in de tijd. Een windturbine gedraagt zich echter totaal anders maar onze wetgeving is hier totaal niet op aangepast.

Andere fouten in aanpak

De sectorale Vlarem norm gaat ervan uit dat het geluid van windmolens opgaat in het omgevingsgeluid van de industrie. Dit is echter volledig fout. Men gaat hier uit van gemiddelden, maar het geluid van windmolens is pulserend. De pieken gaan boven het omgevingsgeluid uitkomen. Deze benadering druist volledig in tegen de richtlijnen van de Wereld Gezondheid Organisatie: De WHO-richtlijn omgevingsgeluid schrijft voor dat er lagere normen voor geluidsbelasting voorgeschreven kunnen worden wanneer er sprake is van cumulatie van geluid. Vlaanderen gaat voor hogere normen in dat geval ….

Recente studies hebben nog vele tekortkomingen in de gebruikte norm gevonden waardoor de werkelijke geluidshinder heel wat hoger ligt. Op 25 juni 2020 besliste het Europese Hof van Justitie dat het Vlaams wettelijk kader in strijd is met de Europese wetgeving.

Enkele voorbeelden van de tekortkomingen:

  • De norm beschouwt een windturbine als een puntbron van geluid. Een studie van Siemens geeft aan dat dit niet klopt. Het geluid komt vooral van de uiteinden van de wieken. In de praktijk is het geluid tot 12dB hoger (of dus 16x luider)!
  • De reductiefactor voor absorptie door de bodem blijkt overschat. Daarnaast mag men wegens de hoogte van de huidige turbines geen reductie door de bodem meer toepassen. Dit betekent in de realiteit een verdubbeling van de reële geluidshinder.
  • Door temperatuurinversie zal geluid tijdens de nacht een heel stuk luider klinken, wat niet is meegenomen in de geluidstudie van Engie of Vlarem.
  • Pulserend geluid met een tonaal karakter zorgt voor een extra 5dB(A)

Laagfrequent geluid

Laagfrequent geluid is geluid onder de 125 Hz. Meestal wordt laagfrequent geluid afgedaan als niet hoorbaar/merkbaar. Dit is echter onjuist. De trillingen die je voelt in bioscoop worden veroorzaakt door laagfrequent geluid. Geluid is trouwens hoorbaar vanaf 20 Hz, alhoewel minder sterk. Men spreekt van hoorbaar laagfrequent geluid. Maar ook het onhoorbaar laagfrequent geluid zorgt voor onrust en slechte nachtrust. Zo is ook te lezen bij de federale overheid.

In de wetenschappelijke wereld is men ook steeds meer overtuigd van het nadelig gezondheidseffect van de laagfrequente geluiden. Deze horen we niet en dragen ook veel verder.

Ter info: in Denemarken geldt een norm van maximaal 20dB laagfrequent geluid binnenshuis. In Duitsland mogen sinds dit jaar geen turbines meer gebouwd worden binnen 1000 meter van woningen.

Onlangs verscheen ook deze reportage in Nederland: